Posts

Posts uit 2017 tonen

De Steenfabrikanten KOTEN in Hommert, Reijmersbeek en op de Horsel

Afbeelding
    De Steenfabrikanten "Koten" in Hommert, Reijmersbeek en op de Horsel , hoe zat dat nou?           Het begint allemaal met de man op de foto: Peter Koten (*1858 Grevenbicht † 1933 Nuth) . Peter Koten steenfabrikant , medeoprichter van de “Heerlense Stoomsteenfabriek Firma Beckers-Koten & Cie.” de latere NV Beckers Koten Steenfabriek aan de Meezenbroekerweg. Vanaf 1892 is hij directeur van die Steenfabriek Peter Koten was getrouwd met Hubertine Langohr en ze hadden 4 kinderen: Wiel, Maria, Gabriel en Vic. De oudste zoon Wiel begint -in de voetsporen van zijn vader- op 24 jarige leeftijd in 1913 samen met compagnon J. Mertens de steenfabriek in Hommert. In 1920 start de familie Koten (vader Peter en zoon Vic?) dan ook een steen- en pannenfabriek ter hoogte van Lui/ Reijmersbeek . Deze steenfabriek is geen lang leven beschoren en sluit alweer in 1935. In 1920 verhuist het gezin (vanuit Heerlen?) naar Nuth en gaat Peter Koten met vrouw Hubertine en de onget

DE ROODE LOOP IN NUTH (door Rich Claessens)

Afbeelding
In november 1747 schreef pastoor Hendrik Wolters in het parochieboek (DTB-boek: "Dopen, Trouwen, Begraven") van Nuth dat er in dat jaar 77 volwassen en kinderen aan dysenteria waren overleden.  In de volksmond heette die ziekte de roode loop . Je had buikklachten met bloedige diarree en daar kon je in korte tijd ernstig door verzwakken en overlijden. Oude mensen en kinderen liepen het grootste risico, volwassenen konden er beter tegen. Dysenterie is een besmettelijke ziekte. De bacterie werd meestal door besmet water overgebracht. Maar ook iets aanraken waarop de bacterie zat kon genoeg zijn om de ziekte te krijgen. Vliegen zijn bekende bacteriedragers en iedereen die vroeger bij een Limburgse boerderij met een mesthoop is geweest weet dat er daaraan geen gebrek was. In die mesthoop zat niet alleen de mest van dieren, ook wat mensen produceerden lag er op, met dysenteriebacteriën.  En vliegen wassen hun pootjes niet als ze van de mesthoop naar je boterham vliegen.