Een ‘notabel’ verhaal uit de overlevering 😉 NOTABELEN, je had ze in elk dorp: de burgemeester, mijnheer pastoor, de dokter, het hoofd van de school; mensen “met aanzien” waar de hoed voor werd afgenomen. Het rijtje kon nog wel een eind langer zijn want ook de veldwachter, de stationschef en de postkantoorhouder, en znog wel een paar verdienden respect… vonden zeker zij zelf. Opper-notabele in het dorp was -natuurlijk met afstand- de Baron! De postkantoorhouder had zijn eigen koninkrijk binnen het dorp: een houten kantoortje tegen de gevel van zijn woonhuis. Het kantoor iets groter dan de postzegels die hij daar verkocht maar naar eigen mening toch zeer notabel. Gehuwd binnen een gegoede familie waarvan twee dochter een burgemeester aan de haak hadden geslagen. Dat straalde toch ook wel een beetje op hem af … Binnen zijn koninkrijk (lees het postkantoor) stelde hij de regels. Het kantoor was pas open als het loket vanuit de woonkamer werd neergelaten en sloot als het luik