100 jaar Slagerij Custers

 

100 jaar Slagerij Custers.

Vandaag precies 100 jaar geleden op donderdag 28 Augustus 1924 opende  Jos. (Zef) Custers een nieuwe slagerij op de hoek van de provinciale weg en het kerkepad naar Hellebroek.

Het gloednieuwe winkelblok was net gereed gekomen en veranderde het aanzicht van de straat waar decennia lang de Pastorie, de Kapelanie en de villa van dr.  De Wever de enige bebouwing waren geweest aan die kant van de weg.

Met Slager Custers, Kapper Meessen en Bakker Thijssen kwamen meer middenstandactiviteiten richting het centrum. Tot dan lagen de winkels vooral onder bij het spoor “aan de bahn”

De open ruimte naast de Kapelanie werd eind jaren ‘30 ingevuld met de winkels van Gezusters Gerards en Constant Brouns.

De Provincialeweg was destijds een half verharde weg, de Dorpstraat een “gats” naast het koetsiersbedrijf van Mevis en de Pastorijstraat een zandweg door de velden naar Hellebroek.

Pas in 1930 zouden de straten hun huidige naam krijgen en de ontwikkeling van het kruispunt volgen. Het zou vervolgens nog een halve eeuw duren voor de verkeerslichten verschenen. 

Zef Custers kwam oorspronkelijk uit Hoensbroek en had geen gemakkelijk leven achter de jonge rug. Hij was in 1918 getrouwd met Antoinette Raes uit Schinveld  en het jonge stel werd al snel verblijd met de komst van een zoon die (hoe kan het anders) ook Zef werd genoemd. De blijdschap was echter van korte duur als Antoinette kort na de geboorte van hun zoontje  op 22 jarige leeftijd komt te overlijden.

In Nuth ontmoette Zef zijn nieuwe liefde: Fien Mevis. Fien was de jongste dochter van de weduwe Mevis-Douven die na het overlijden van haar man in 1911 niet alleen de opvoeding van de vijf kinderen maar ook het koetsiersbedrijf daadkrachtig onder haar hoede had genomen. Naast het koetsiers bedrijf runde Moeder Mevis samen met haar dochters ook een winkel in manufacturen en koloniale waren. 

Fien (22) en Zef  (29) trouwen in mei 1924 en drie maanden later openen ze de slagerij  die ze met trots het predicaat  “Electrisch” meegeven: een op de  toekomst gericht modern imago.   Tegenwoordig zien we net het tegenovergestelde en wordt vaak de voorkeur gegeven aan de  vermelding “Ambachtelijk” om het handwerk en vakmanschap uit het verleden te onderstrepen.…. Het een sluit het ander niet uit en is allemaal een kwestie van marketing. 

In de daaropvolgende jaren krijgen Zef en Fien samen nog zes kinderen: Jan, May, Wiel, Fientje, Bep en Eugenie. Voorspoed maar ook verdrietige momenten als in 1930 dochter Fientje overlijdt en in 1935 slaat het noodlot toe en komt vader Zef op 39 jarige leeftijd te overlijden. De zorg voor de zes kinderen en slagerij komen op de schouders van de 33 jarige Fien terecht.

Er is geen tijd om bij de pakken neer te zitten. De crisisjaren hebben inmiddels hun intrede gedaan en Fien weet van haar moeder hoe het is om een gezin alleen groot te brengen en daarnaast een bedrijf te runnen. 

In de beginjaren wordt er nog “naast de winkel” geslacht. Hordes kinderen zitten elke maandag in het raam aan de Partorijstraat te kijken naar de bloederige verrichtingen van May en Bep: de kinderziel kan veel hebben. Later worden de geslachte varkens en runderen in delen voor verdere verwerking aangeleverd.

Begin jaren ’80 doet de derde generatie Custers zijn intrede in het bedrijf en stapt Jean Custers in de voetsporen van zijn vader en grootvader en zet de traditie succesvol voort. De in 1924 uitgesproken hoop van Opa Zef Custers “door prompte bediening en prima waar de gunst van het geachte publiek te verwerven” wordt 100 jaar later door de kleinzoon nog steeds waargemaakt.

Vorige maand kreeg slagerij Jean Custers  te horen dat de uitreiking van het predicaat Hofleverancier was goedgekeurd: Proficiat!

 


Reacties

Populaire posts van deze blog

Een brug verder, die andere Sergeant: Hub Ritzen (ISBN 978-90-83468-30-3)

Protestanten en het Katholieke Nuth, Meester van Loo

Ter nagedachtenis aan Willy Vonken en Piet Gerards