NOTABELEN een notabel verhaal

 


Een ‘notabel’ verhaal uit de overlevering 😉

NOTABELEN, je had ze in elk dorp: de burgemeester, mijnheer pastoor, de dokter, het hoofd van de school; mensen “met aanzien” waar de hoed voor werd afgenomen. Het rijtje kon nog wel een eind langer zijn want ook de veldwachter, de stationschef en de postkantoorhouder, en znog wel een paar verdienden respect… vonden zeker zij zelf. Opper-notabele  in het dorp was -natuurlijk met afstand-  de Baron!

De postkantoorhouder had zijn eigen koninkrijk binnen het dorp: een houten kantoortje tegen de gevel van zijn woonhuis. Het kantoor iets groter dan de postzegels die hij daar verkocht maar naar eigen mening toch zeer notabel. Gehuwd binnen een gegoede familie waarvan twee dochter een burgemeester aan de haak hadden geslagen. Dat straalde toch ook wel een beetje op hem af …

Binnen zijn koninkrijk (lees het postkantoor) stelde hij de regels. Het kantoor was pas open als het loket vanuit de woonkamer werd neergelaten en sloot als het luik werd dicht getrokken. Dat hoefde niet noodzakelijkerwijs precies overeen te komen met de officiële openingstijden. Klanten stonden ‘s ochtends dan ook nogal eens ongeduldig te wachten te wachten voor een nog gesloten luik.

Het boterde niet altijd met die andere notabele: de baron. De Baron was niet alleen van adel maar ook lid van de eerste kamer en vond dat hij op basis daarvan zeker bepaalde privileges had. Het stoorde de hoogwelgeboren heer dan ook dat de postbezorging in Reijmersbeek moest wachten op de bestellingen van de gewone burgerij. De baron had daar al regelmatig – maar tevergeefs- zijn ongenoegen over uitgesproken bij de burgemeester.

De notabele postkantoorhouder liet zich de zeggenschap over zijn koninkrijk niet afnemen en irriteerde zich mateloos als de baron ook buiten sluitingstijd gebruik wilde maken van het kantoor aan de Kerkstraat. De baron klopte niet zelf bij nacht en ontij aan maar stuurde dan een bediende op pad met het  aangetekende stuk dat met spoed naar den Haag verstuurd moest worden.

Op enig moment was de postkantoorhouder het zat en zei tegen de bediende die weer eens ver na sluitingstijd aan de huisdeur belde: “Ach wat spijt me dat nou toch maar u bent net te laat; bij volgende gelegenheid help ik u graag” beteuterd droop de bediende met de onbezorgde stukken af en bracht de boodschap over aan zijn broodheer.

De jaren verstreken en de postkantoorhouder kreeg een nieuwe, nog notabelere, functie in het vizier. Zijn burgemeester-zwagers hadden hem getipt dat er  binnenkort een burgemeesters functie vacant kwam in een van de naburige gemeenten. Ook zijn echtgenote was steunde de ambities en zag zich zelf, net als haar zussen, al als burgemeestersvrouw door het leven gaan.

Misschien toch eens gaan praten op met de baron want een kruiwagen had je nodig bij zo’n sollicitatie procedure.

En zo toog de goede man naar Reijmersbeek waar hij hoffelijk werd  ontvangen door de kasteelheer. De bediende die hij goed kende van de postbezorgingen zorgde servicegevoelig  voor koffie en rookwaar. Aller vriendelijkst werd gesproken. Eerst over koetjes en kalfjes en daarna over de ambities naar het ambt van burgervader. Zou het mogelijk zijn dat de hij de baron in zijn sollicitatiebrief mocht vermelden als referentie? Het woord van iemand met blauw bloed zou zeker helpen.

De baron keek bedachtzaam naar de postkantoorhouder en antwoordde dat hij de naam van de baron zeker mocht noemen. De baron dacht ook dat de postkantoorhouder zeker een goed kandidaat zou zijn. Maar helaas er was echter een bezwaar en het speet hem te moeten zeggen “dat de postkantoorhouder nou net te laat was maar dat de baron hem bij volgende gelegenheid graag zou helpen ”

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een brug verder, die andere Sergeant: Hub Ritzen

Protestanten en het Katholieke Nuth, Meester van Loo

Nuth van Toen Varia