Staking bij de aanleg van het mijnspoor Nuth Stein 1930-1931

 


Een aan alle kanten behoorlijk "Stinkende" affaire met 'n onfrisse rol van betrokken aannemer, de staatsmijnen en de overheid waaronder de burgemeesters van Nuth en Schinnen (op basis van oude krantenartikelen-bijna 'n "enquête" waard)

Eind jaren '20 wordt besloten het mijnspoor door te trekken van Nuth via Schinnen, Spaubeek en Geleen naar de haven in Stein. Tot die tijd werden alle kolentreinen in Nuth 'ge-re-arrangeerd' om via het "Staatsspoor" (later NS) verder naar het noorden te reizen maar die spoorcapaciteit wordt voor de toekomst ontoereikend geacht.

Destijds 'n miljoenen klus met veel grondverzet en grote bouwwerken zoals bruggen en viaducten. Het werk wordt gegund aan de aannemer den Breejen van den Bout (later opgegaan in Boskalis) die internationaal actief is als groot-aannemer en baggeraar. Aannemer Tummers uit Sittard met de laagste inschrijving wordt overgeslagen.

De aangetrokken arbeiders zijn lid van de bond en werken onder de geldende Collectieve Arbeidsovereenkomst maar al vlug blijkt dat de aannemer de mensen bijna 30% minder loon betaalt (40ct/uur i.p.v. 55ct/uur) en ook de vakantie- en bonnenregeling voor feest- en vakantiedagen niet nakomt.

De aannemer beroept zich erop dat hij het contract heeft aangenomen met medeweten van de opdrachtgever de Staatsmijnen en dat die op de hoogte waren van het feit dat hij slecht 40ct/uur aan loon zou betalen. Sterker zelfs, de Staatsmijnen zouden de aannemer gestimuleerd hebben het werk op basis van de lagere loonkosten aan te nemen. 

Aalberse en Poels

De inmiddels aangestelde "rijksbemiddelaar" Piet Aalberse (voorheen 'KVP' Minister van Arbeid 1918-1925) lijkt die lezing te bevestigen. De aannemer is bereid de lonen te verhogen als de Staatsmijnen die extra kosten willen compenseren. De Staatsmijnen ontkennen en weigeren op te draaien voor die kosten.

De spanning loopt gestaag op en de onderhandelingen tussen aannemer en bonden o.l.v. van Piet Aalberse leiden tot niets: Oktober 1930 gaan de arbeiders in staking en wordt het werk stilgelegd.

Verbazingwekkend lijken noch de aannemer noch de Staatsmijnen in de daaropvolgende wintermaanden enige urgentie te voelen om uit de impasse te raken. Men heeft het sterke vermoeden dat de aannemer en de Staatsmijnen verdekt onder een hoedje spelen. De aannemer ontslaat tijdens de staking zijn eigen personeel (machinisten en stokers op de grondverzet treinen) en hoeft gedurende wintermaanden geen extra toeslagen te betalen en andere extra verplichtingen (zoals eventuele verlet-kosten) jegens de stakende arbeiders na te komen. Het komt hem wel goed uit en de Staatsmijnen, hun eigen rol in dit spel kennende, mopperen niet.

En dan in Februari 1931 als de ergste winter voorbij is, is er ineens "NIEUWS" in alle kranten: 'FAKE'-nieuws (ook toen al): Het werk zal hervat worden per 1 maart tegen de oude voorwaarden à 40ct/uur. Meteen wordt dit bericht door de bonden ontkend en lijkt ook duidelijk waar het bericht vandaan komt. Men probeert van alle kanten om de staking te breken.

De aannemer werft via arbeidsbureau's in het Noorden nieuwe arbeidskrachten die de stakende arbeiders moeten vervangen. De bonden pikken het niet en met telegramverkeer naar betrokken arbeidsbureau's worden die stromen afgesneden.

De burgemeesters van o.a. Schinnen (Kruijen) en Nuth (Starmans) spelen (waarschijnlijk onder druk van....) ook een niet al te frisse rol. In de crisisjaren zijn er natuurlijk genoeg werkelozen en deze burgemeester voeren zowel mondeling als schriftelijk de druk op om deze werkelozen in de rol van "onderkruiper" te duwen en de in hun recht staande stakers te omzeilen.

Marechaussee, Gendarmerie en Veldwachters worden ingezet om deze werkelozen toegang tot het werk te verschaffen maar de werkelozen zijn solidair en weigeren op grote schaal.

Ook probeert de aannemer met bussen van "de Valk" om werknemers uit Slovenië en Polen aan te voeren maar postende stakers geholpen door sympathisanten weten te voorkomen dat deze mensen aan de slag kunnen.

Uiteindelijk in maart 1931 na ongeveer 5 maanden staken wordt dan o.l.v. dr. Poels (Arbeiders aalmoezenier en als kapelaan in Venlo zeer betrokken bij de spoorwegstaking van 1903) een akkoord bereikt. Het werk wordt hervat tegen 50ct/uur en per 1 september 1931 tegen 55ct/uur.

Bovenstaand op basis van krantenberichten tussen September 1930 en April 1931. Iedereen die meer licht op deze affaire kan laten schijnen is van harte welkom!

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een brug verder, die andere Sergeant: Hub Ritzen

Protestanten en het Katholieke Nuth, Meester van Loo

Nuth van Toen Varia