dr. Joseph Kerkhoffs uit Grijzegrubben en de Koloniën van Weldadigheid


26-7-2021 in het nieuws: De Koloniën van Weldadigheid in Drenthe zijn toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van Unesco. Voor wie zich afvraagt wat dat met Nuth van Toen te maken heeft onderstaand verhaal over de geneesheer dr. Joseph Kerkhoffs uit Grijzegrubben die 200 jaar geleden onbaatzuchtig in die koloniën werkte. Hij wist hoe je besmettelijke ziektes aan moest pakken en onderscheid te maken tussen wetenschap een “wappie” kwakzalverij (Ja! Het is van alle tijden)

De koloniën van weldadigheid waren een omvangrijk project in het kader van de armoedebestrijding. Eigenlijk het begin van de Nederlandse verzorgingsstaat waarbij geprobeerd werd het lot van de kansloze  allerarmsten te verbeteren. Paupers uit de steden kregen een stukje grond en wat vee op het platteland om te leren zichzelf te bedruipen. Hun kinderen werden verplicht naar school gestuurd. Het was de bedoeling dat de projecten uiteindelijk zich zelf terug zouden verdienen maar dat bleek een utopie.

Joseph Kerkhoffs: Meer dan 20 ridderorden. Erelid van een 50-tal academies wereldwijd. In de adelstand verheven tot erfelijk graaf. Overal geroemd en gelauwerd maar nauwelijks tot totaal onbekend in zijn geboorteplaats Nuth, (Grijzegrubben).

Hieronder het verhaal over de arts Joseph Kerckhoffs van de Hof uit Grijzegrubben... (mda Digitale Bibliotheek/Wiki/)

Geboren te Grijzegrubben op 3 September 1789, overleden te Mechelen op10 Oktober 1867.

Zijn vader, Joannes Franciscus Carolus Kerckhoffs (geb. te Schinnen), was schepen en chirurgijn in Nuth.

In Grijzegrubben en later aan de de Nuinhof groeide Jospeh op en kreeg thuisonderricht van een Jezuïet/huisonderwijzer. Joseph ging, op 16-jarigen leeftijd, naar de universiteit te Heidelberg. Zijn vader wilde hem daar de studie in de rechten laten volgen, maar hij voelde meer voor de natuurwetenschappen en volgde zijn instinct en ging voor geneesheer studeren.

In 1807 gaat hij naar Straatsburg, om daar zijn studie in de medicijnen te voltooien. Hij behaalde er in 1811 de graad van doctor in de medicijnen op het proefschrift: Dissertation sur l'air atmosphérique et son influence sur l'économie animale (Strasbourg, Levrault

Hij werd vervolgens geplaatst als dokter in het groot-hoofdkwartier van het fransche leger, waarmee hij de krijgstochten van 1812, 1813 en 1814 meemaakte. Tijdens den tocht naar Rusland was hij dokter in het hoofdkwartier van het derde legerkorps, dat onder bevel stond van maarschalk Ney, die hij ook vergezelde gedurende de terugtocht van Moskou tot aan Kowno en met wie hij een van de laatsten was, die Rusland verlieten. In 1813 en 1814 was hij dokter van het hoofdkwartier van het tweede legerkorps, onder maarschalk Victor, hertog van Bellune.

Na de val van Napoleon verliet hij de Franse dienst. Het Pruisische gouvernement bood hem een plaats aan als hoofdgeneesheer in het leger aan, wat hij van de hand wees, om als geneesheer eerste klas in dienst der Nederlanden te treden. Het was in die hoedanigheid, dat hij in 1815 chef van de geneeskundigen dienst der militaire hospitalen te Luik werd. In 1817 zond men hem naar Antwerpen als officier van gezondheid en chef der militaire hospitalen en van het garnizoen van de stad, welke ambten hij waarnam tot 1822, toen hij zijn ontslag vroeg, dat echter pas in 1823 door koning Willem I werd gegeven.

Na zijn carrière als legerarts legde Kerkchoffs zich meer toe op de gezondheidszorg voor minderbedeelden en het schrijven van medische artikelen. Hij keerde zich tegen de opheffing van ziekenhuizen, “omwille van de misdadige economie" van koning Willem I. Op uitnodiging van prins Frederik bezocht en werkte hij (zonder salariëring) in de kolonies van Weldadigheid in Drenthe waar hij de kwakzalverij bestreed en besmettelijke ziektes wist te bedwingen.

Tijdens de cholera-uitbraak van 1832 in Antwerpen zette hij zich vooral in voor de “behoeftige” klasse waar mede door zijn inzet het aantal slachtoffers op 14.000 ziektegevallen beperkt bleef tot minder dan 200. De opbrengst van zijn boek “Memoires de Cholera” ging naar de armen.

Tijdens zijn leven ontving Kerckhoffs meer dan 20 ridderorden. In 1842 werd hij door Leopold I tot de adelstand en in 1854 door Ferdinand van Napels tot de waardigheid van erfelijk graaf verheven. Hij was wereldwijd erelid van een 50-tal academies en verenigingen.

 

Wellicht toch een straatnaambord waard.....

 

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een brug verder, die andere Sergeant: Hub Ritzen

Protestanten en het Katholieke Nuth, Meester van Loo

Nuth van Toen Varia