Baanwerkers


 


Hoewel Nuth geen “mijndorp” was zoals bijv. Hoensbroek, Brunssum, Heerlen, Kerkrade enz. is de ontwikkeling van het dorp onlosmakelijk met de kolenwinning verbonden.

Vorige eeuw speelde het dorp een zeer belangrijke rol bij het transport van kolen over het spoor richting het noorden. Zeker als vanaf 1910 de kolen van de Staatsmijn Emma en enkele jaren later ook van de Sm. Hendrik via het mijnspoor naar Nuth als overlaadstation worden vervoerd. 

 Bijna driekwart eeuw wordt nagenoeg alle kolen uit Limburg via Nuth getransporteerd. Het mijnspoor eindigde aanvankelijk in Nuth en werd pas begin jaren ’30 doorgetrokken naar de haven in Stein. Begin ’60 er jaren werd er meer dan 10 miljoen ton kolen per jaar vervoerd. Met een laadvermogen per wagon van 30 Ton zijn dat pakweg 350.000 wagons/jaar ofwel 1000 wagons per dag! 

 




Het spoor met rangeerterrein in Nuth was dan ook gigantisch en wel 20 sporen breed. Nuth had dan ook een grote groep inwoners die direct of indirect betrokken waren bij het kolentransport. Niet alleen als machinist, sein- en wissel bediener of als “remmer” maar ook een heel groot aantal baanwerkers voor het onderhoud van het emplacement. 

De Nuinhof-kolonie aan de Spoorstraat en Tiendstraat werd oorspronkelijk gebouwd voor de huisvesting van al deze mensen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een brug verder, die andere Sergeant: Hub Ritzen

Protestanten en het Katholieke Nuth, Meester van Loo

Nuth van Toen Varia